Opus Pecunia (8/481)

Split

 

In het zonovergoten ochtendlicht blinken de start- en landingsbanen als een opgepoetste diamant.

Met een keiharde bonk, die deed vermoeden dat het toestel doormidden zou breken, is zojuist de C-130 Hercules van de Royal Netherlands Air Force op Aerodrom Split geland. Dit is overduidelijk een vliegveld met een troosteloze soberheid, daarvoor hoeft het niet eens te regenen.

Dat doet het dan ook niet: aan de Adriatische kust is de temperatuur ’s ochtends al zo hoog opgelopen dat het bloed lijkt te stollen in je aderen. Bij 37 graden Celsius is het ook nog eens windstil. Die combinatie zorgt er onmiddellijk voor dat ik de zweetdruppeltjes van onder mijn baret langzaam in kleine straaltjes over m’n rug voel parelen.

18122016

Als de ramp van het transportvliegtuig eenmaal is gezakt en wij eindelijk worden gelucht, nemen we plaats in hagelnieuwe bussen met te weinig zitplaatsen die ons met een irriterend slakkengangetje naar de aankomsthal pendelen.

Met zijn formica interieur, kale postcommunistische uiterlijk en verveeld rondkijkend Kroatisch veiligheidspersoneel is die hal al even treurig als de rest.

In de drukte bij de lopende band met plunjebalen en koffers werpen Jesse en ik elkaar een samenzwerende blik toe. Alleen insiders kunnen hieruit aflezen dat een ongewis avontuur is begonnen.

We hebben er absoluut zin in.

Verdwaald voor de kioskjes en stalletjes in de hoeken van de aankomsthal staan enkele zakenlui, die overal ter wereld hetzelfde gedrag vertonen. Ze tonen geen enkele interesse in de jongste rotatie militairen van de Verenigde Naties die om 09.19 uur in Kaštela is geland.

Als ze ons al zien, wat feitelijk onmogelijk is om te missen, zien ze ons waarschijnlijk eerder als een last die wordt gedoogd dan een oplossing voor de vrede. Vooral wanneer militaire vliegbewegingen in hun wereldje voor vertragingen zorgen.

Behalve dat ze de koppen snellen van de internationale kranten, voorop de International Herald Tribune, is het enige wat hun belangstelling nog enigszins kan wekken de voorbij paraderende, vermoeid ogende stewardessen van Croatia Airlines. Zoals mannen overal ter wereld ongegeneerd goedkeurende blikken toewerpen aan mooie vrouwen.

De enige drukte op het Aerodrom, dat vóór de oorlog – veel meer dan nu – als internationaal te boek stond, wordt veroorzaakt door Jesse, mij en tientallen andere blauwhelmen.

Wij worden geacht in Bosnië de vrede te gaan handhaven.

Een vrede die om de klipscheet wordt opgeschrikt door zware geweldsincidenten, met doden en zwaargewonden, en dus met goed fatsoen niet eens broos kan worden genoemd.

Plaats een reactie